Innovatie binnen VITAZ: 100ste LBBA-pacemaker implantatie
Op vrijdag 8 september werd de 100ste Left Bundle Branch Area Pacemaker (LBBA-pacemaker) met succes geïmplanteerd in Sint-Niklaas door Dr Lefebvre (foto 2).
LBBA-pacing is een nieuwe innovatieve techniek waarbij de rechter kamer elektrode diep in het tussenschot van de hartkamers wordt geschroefd om zo het geleidingsweefsel van het hart selectief te kunnen stimuleren. Met deze techniek is het mogelijk de intrinsieke fysiologische geleiding van het hart te behouden of te herstellen en zo hartfalen te voorkomen of te behandelen.
De dienst cardiologie was bij de eerste ziekenhuizen in België om deze techniek toe te passen in 2021 onder supervisie van Prof Dr De Pooter UZ Gent (foto 1). Ondertussen werd de techniek geoptimaliseerd en bevestigen meerdere studies de gunstige resultaten voor de patiënt.
Waarom is er nood aan een nieuwe pacing techniek ?
Bij de klassieke pacemaker implantaties wordt de kamer elektrode op een ‘willekeurige’ plaats in de rechter hartkamer geschroefd. Vaak werd hiervoor de punt (apex) van de rechter hartkamer gekozen omwille van de eenvoudige plaatsing en stabiele ligging van de elektrode. Door het hart vanuit de rechter hartkamer te stimuleren kan er echter ‘dyssynchronie’ worden veroorzaakt: het hart wordt sequentieel rechts-links geactiveerd. Dit is te zien op het ECG, door een breed gepaced QRS met LBTB-patroon (foto 3).
Studies tonen aan dat patiënten die vaak gepaced worden (>20% van de tijd) hierdoor een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van hartfalen (tot 15-20%). Met behulp van de nieuwe techniek kan de fysiologische, gelijktijdige activatie van de hartkamers hersteld worden en hartfalen worden voorkomen. De techniek laat potentieel ook toe om bij mensen met hartfalen ten gevolge van een LBTB de dyssynchronie te corrigeren en het hartfalen te herstellen.
Hoe gaat de procedure in zijn werk ?
De ingreep is gelijkaardig aan een gewone pacemaker implantatie, enkel de plaatsing van de rechter kamer elektrode is verschillend en iets complexer. Er wordt gebruikgemaakt van specifieke guiding catheters om de lead tegen het septum te kunnen plaatsen en steun te hebben om de uitgeschroefde lead diep in het septum te kunnen schroeven. De plaats van de lead wordt gecontroleerd zowel op anatomisch niveau, door directe visualisatie met behulp van contraststof, als op elektrisch niveau, door middel van continue 12-afleiding ECG registratie. Selectieve activatie van het geleidingssysteem kan bevestigd worden door het meten van diverse activatie tijden. Uiteindelijk is het doel om het geleidingssysteem van hart te activeren door unipolaire pacing, dit is te zien op het ECG waarbij er een smal gepaced QRS ontstaat met een R’ in afleiding V1 wat een weerspiegeling is van de linker bundel activatie (foto 4).
Zijn er bijkomende risico’s voor de patiënt ?
Zoals bij de klassieke pacemaker implantatie zijn de risico’s van de ingreep beperkt. Er kan perforatie optreden van het interventriculair septum waarvoor herpositionering van de lead nodig is. Een mogelijk punt van aandacht is de extra frictie waaraan de lead onderhevig is, doordat deze diep in het septum wordt geschroefd. Aangezien het een nieuwe techniek betreft zijn hierover nog geen lange termijn gegevens bekend.
Wie komt voor deze techniek in aanmerking ?
In principe kan deze techniek bij iedereen worden toegepast, uitgezonderd bij bepaalde anatomische variaties (zoals bijvoorbeeld heel grote harten). De techniek wordt momenteel voornamelijk toegepast bij patiënten bij wie een hoog percentage pacing wordt verwacht, omdat zij hierbij het meeste baat hebben. De nazorg en opvolging zijn hetzelfde als bij de klassieke pacemakers.
Momenteel worden de LBBA-Pacemaker implantaties uitgevoerd door Dr Lefebvre en Dr De Cocker.